Benieuwd hoe de frogwatch nu eigenlijk werkt? In deze serie blogs gaan we stap voor stap door de hele meetketen heen en leggen we uit hoe de Frogwatch tot de uiteindelijke SBR waarden komt.
Bepaling oriëntatie
De Frogwatch trillingsmeter registreert trillingen in drie richtingen: X,Y en Z. In tegenstelling tot veel andere apparatuur staan deze richtingen niet vast. In plaats daarvan detecteert de meter automatisch hoe je hem geplaatst hebt. Hoe werkt dat?
De Frogwatch is gebaseerd is op een (MEMS) accelerometer. Dit type sensor meet versnellingen: behave trillingen ook de valversnelling (zwaartekracht). Bij ons op aarde is dat een constante waarde van ca. 9.81 m/s².
Door de invloed van trillingen weg te filteren (oftewel: lang genoeg uitmiddelen) houden we in elk van de drie meetrichtingen een constante waarde over, veroorzaakt door de zwaartekracht. Hoe groter deze waarde, hoe meer deze richting dus overenkomt met de zwaartekracht: de richting met de grootste waarde wijst dus naar beneden!
Nu de trillingsmeter weet welke sensor het meest richting de zwaartekracht (naar beneden) wijst, worden de X/Y/Z assen volgens een vast patroon toegewezen:
- De verticale richting noemen we
Z
- De richting met de muur mee noemen we
Y
- De richting haaks op de muur noemen we
X



Waterpas of niet?
Omdat de meter weet in welke verhouding de zwaartekracht op elke as gemeten wordt, kan het systeem met behulp van trigonometrie zelf uitrekenen in hoeverre de meter waterpas geplaatst is. Voordat de meting begint doet de meter een korte self-test. Staat of hangt de meter meer dan 3 graden uit het lood? Dan verschijnt er een waarschuwing op het dashboard.
Waarom toch waterpas plaatsen?
Hoewel dus niet per se nodig, raden we toch aan om de meter zo recht mogelijk te monteren. Dit zorgt ervoor dat:
- Verticale trillingen op de Z-as: Door de meter recht te plaatsen, worden verticale trillingen zoveel mogelijk gemeten op de Z-as. Dit voorkomt dat trillingen verdeeld worden over de andere assen, wat de nauwkeurigheid en interpretatie ten goede komt.
- Uniformiteit in metingen: Alle meters binnen een project meten in dezelfde richting, wat essentieel is voor vergelijkbaarheid.
- Reproduceerbaarheid: Nauwkeurige herhaling van metingen is mogelijk, bijvoorbeeld bij nulmetingen of langetermijnanalyses.
Hoe recht is recht genoeg?
In de praktijk is "op het oog" monteren vaak al voldoende. Een afwijking van meer dan 1 graad is visueel goed te herkennen, zelfs zonder hulpmiddelen zoals een waterpas.
Zie ook dit hoofdstuk in de handleiding voor meer details over alle mogelijke bevestigingsrichtingen en de invloed van scheefstand op de meting. Binnenkort volgt deel 2 van deze serie, waarin we uitleggen hoe de data wordt gefilterd.